In elk verhaal speelt een stil orkest
van stemmen. Daarom vraagt een goed verhaal om luisteraars, die ook
als ze lezen, meeluisteren. De schrijver
laat, als alwetende verteller, de lezer 'horen' wat er in zijn
personages omgaat. Met andere woorden, het personage wordt
voorgesteld als iemand die in zichzelf praat...Het is wat een vertellend boek spannend
maakt, dat we in het normale leven maar zelden horen wat er in een
ander nou echt omgaat. De alwetende verteller weet dat, veel beter
dan wat mensen er in de gewone werkelijkheid zelf over zeggen, want
dat is meestal toch wat men graag wil laten horen. De magie van vertellen,
zowel mondeling als in schrift, is dan ook dat het verhaal ons
binnenvoert in die verborgen, geheime wereld van anderen. Zeker als
je bedenkt dat vertellers niet alleen mensen aan het woord laten,
maar ook bijvoorbeeld sprekende dieren opvoeren of voor mijn part
bomen, God of de wolken: alles spreekt, openhartiger dan in
werkelijkheid, zodra je het aan vertellers toevertrouwt. Zij zijn
onze reisleiders naar onbekende eilanden.
Die onbekende wereld, waar we zonder het
vermogen tot vertellen nooit zouden komen, is voor ons welzijn net zo
belangrijk als eten en drinken. We leven
niet alleen in een wereld van aarde, lucht en wolken, maar ook in een
vertelde wereld (zie bijvoorbeeld in mijn blog <haikuverhalen>
). Het is een parallel universum, dat onze gewone werkelijkheid
weerspiegelt. Zonder die extra dimensie, zouden we bewoners van
'Platland' zijn, levend in een werkelijkheid zonder diepte.
Die diepte scheppen we zelf, want zodra
we taal verwerven, beginnen we met vertellen. Kinderen vertellen
verhalen aan hun knuffels; soms praten ze hardop. Ze vertellen ook in
stilte verhalen aan zichzelf. De meeste volwassen mensen praten ook
nog in zichzelf, zeker op spannende momenten, bijvoorbeeld als je een
schokkend bericht moet verwerken; of als je zomaar even het verstand
op bijna nul zet; of als je iemand zwijgend aanhoort en je denkt er
het jouwe van.
Dit praten ín jezelf is vaak een praten tégen
jezelf...waardoor de 'monologue interieur' een díalogue intérieur
wordt. Er is dan een innerlijke luisteraar.
Oefening: maak je je dat bewust, dan
kun je twee stemmen horen in je binnenste: hoe ze klinken, waarin ze
verschillen – aangenaam of onaangenaam - , wáár ze het over
hebben en wat ze van je willen. Dan ontstaat er een derde, soms
'toeschouwer' genoemd, maar in feite een innerlijke luisteraar. Deze
innerlijke luisteraar kan zich desgewenst manifesteren, als hoorbare
verteller.
De verteller voor publiek oefent zich
in dat van binnen luisteren. Als je in staat bent je eigen stemmen te
horen, herken je beter de klank van de personages in het verhaal dat
je hardop wil vertellen. Je kunt ontdekken dat het allemaal aspecten
zijn van jou zelf ('Wat je zegt ben je zelf'). Je brengt ze tot
leven.
Je toehoorders ervaren dat. Je ziet
aan hun reacties of het aankomt wat je vertelt. Als je te gespannen
bent om daarop te letten, ben je niet goed 'aangesloten': op je
verhaal, op je toehoorders en bij je zelf; gouden
driehoek van contact in het vertellen. Je aandacht fluctueert tussen
die drie. Je bent dan ook minder gespannen, want je voelt, het gaat al niet om jou, het verhaal wil verteld worden.
Gezichten raken in trance, vertrokken naar Verhalenland.
Schrijvers – vertellers op papier –
geven hun personages – van keukenmeid tot professor – onderling
soms dezelfde toon, zelfs in woordkeus. Dan heb je je niet
voldoende ingeleefd, denk ik. In de film over het boek In de ban van
de Ring, Tolkien's meesterwerk, zijn de stemmen wat dat betreft wél
goed gekozen. Herinner je maar eens de stemmen van de 'Enten', de
wandelende bomen, of de stem van Gandalf. Niet alleen in de film, ook
in het boek roept de tekst in de verbeelding het passende stemgeluid
op.
Voor de verteller biedt de kunst van
het stemmen 'beluisteren' een groot deel van de vertelstof. Ook een
geschreven verhaal dat je voor het voetlicht wilt brengen, moet je
eerst zelf 'beluisteren'. Door de bij elk beeld horende stem komt je innerlijke
beeldengalerij dicht bij personen uit het echte leven. Tussen een verhaal
van buiten leren, of het verinnerlijken en als belevenis weer naar
buiten brengen, maakt dit 'inluisteren' het verschil.