zondag 14 april 2013

Vertellen als kinderen



Als kinderen vertellen, lijken ze soms oeroud. Ik bedoel niet dat ze een ‘ouwelijke’ indruk maken, zoals je wel eens met pubers hebt die te grote woorden in de mond nemen en gewichtig doen; ik doel op de diepe ernst van minimensjes. Die onverdeelde aandacht waarmee de woorden nog tot stand komen. Ze toveren met taal. Gekeken naar een kind van drie dat met haar oma belt. Ondertussen frummelt ze aan haar knuffel. Dit is geen kinderspel. Oma moet alles weten, maak ik op uit deze kant van het gesprek... Zij hier, oma ver? Stukken leven haalt ze naar zich toe. Ze plakt en rijgt met woorden. Verse woorden, die net van de boom vallen.
Zo moet het in de eerste mensentaal zijn geweest. Met klanken iets te voorschijn roepen. Uitbeelden wat je gezien hebt; of nú ziet, zoals dit kind aan de telefoon. Want het wijst nog naar dingen in de kamer, voor het begrijpt dat oma die niet kan zien.
Vertelde ooit de oermens zo? Van wild, wind en wolken? Hij wees naar kleuren, had gezien waar nog bessen groeiden en trok de stamgenoten mee in een soort bijendans…Hij was daar geweest, en sloeg een brug naar hier met klanken.
Toen ik een tijd kinderen van school haalde vertelden ze terwijl we naast elkaar fietsten aan een stuk door. Over wat een jongetje had gedaan, wat de juffrouw had gezegd, over… Ik luister half; vraag me af waarom het gebabbel maar doorgaat. Dan in een flits snap ik dat ze hun wereldje, dat urenlang was opgedeeld, gevoelsmatig aan elkaar knopen. School en Buiten worden met woorden ‘geheeld’.

Ook oude mensen vertellen zich heel, trachten dat althans, er moet natuurlijk geluisterd kunnen worden, ze geven alles wat er in hun leven gebeurd is een plekje. Woonplaatsen, opleidingen, banen en relaties, ze keren als boten vol herinnering terug naar de haven, d.w.z. het gedeelde heden van verteller en luisteraar, een helend delen.
En allemaal ‘waar gebeurd’, want immers zó beleefd. (Beleven als ‘believing’). Flarden (van ‘hoe was het ook weer?’) worden aangevuld met het cement van actuele betekenis. Want ik ga er niet van uit dat wij, vertellend, de wereld zien zoals hij werkelijk is of was; noch van binnen noch buiten ons. We gieten er ‘betekenis’ bij, om de anders zo zinloze chaos van het bestaan te kunnen verdragen. Daarom geven we alles een plek.
Daarom ook moeten we blijven vertellen. Vertellen zonder inspanning, zonder (z)weetdruppeltjes; en daar mooi oud mee worden. Als kinderen.