Toch hoop ik dat het net is of je ze
'hoort', als je ze leest. Ik schrijf mijn verhalen met als
achtergrond het mondeling vertellen, en ik hoop dat die toon er in
zit.
Maar schrijven is niettemin een heel
andere beleving. Je ziet de lezer in je verbeelding wel voor je, maar
je zit alleen achter je scherm... Als mondeling verteller heb je
luisteraars van vlees en bloed. Je voelt hoe het contact over en weer
gaat, je reageert op elkaar, ook als dat niet woordelijk gebeurt. Je
vertelt een verhaal daardoor nooit twee keer hetzelfde, ook al ga je
uit van een vaste tekst. Schrijven én lezen doe je doorgaans in je
eentje, het is een andere wereld. Een wereld van individuen. Met z'n
allen naar een verteller luisteren, verbindt, je vormt al vertellend
en luisterend een groep.
Dit is niet bedoeld als argument tegen
het lezen! Lezen verinnerlijkt, juist omdat je in eenzaamheid
communiceert met het boek. Wie een goed boek leest raakt verdiept, in
het boek maar ook in zichzelf. Lezen creëert een binnenwereld.
Kinderen zijn, als ze het thuis aanleren, verwoede lezers, ze vormen
een rijker innerlijk dan kinderen die alleen maar tv kijken. In hun
hele verdere leven komt dat van pas. Wie goed en graag leest,
verveelt zich niet en hoeft niet altijd te worden bezig gehouden, dat
kan hij zelf heel goed, ook later.
Maar in een tijd dat we weer zoeken
naar meer saamhorigheid, kan het samen luisteren naar verhalen wel
aan betekenis winnen. Verhalen helpen ons om weer meer te
socialiseren.
Lang voor het schrift algemeen werd,
was mondeling vertellen het voornaamste overdrachtmiddel, naast
natuurlijk tekens en beelden. Mondeling vertellen bracht dus vanzelf
de mensen bij elkaar. Sinds we schrijven zijn beide wijzen van
overdracht, schrijven en vertellen, steeds met elkaar in
wisselwerking gebleven. Schrijven is vertellen op papier. En het is
volgens mij niet zo dat het boek, en de massamedia, het mondeling
vertellen minder belangrijk hebben gemaakt. Wel kun je vaststellen
dat we er slordiger mee omgaan, door jachtigheid en haast. Daarom kan
het opleven van mondeling vertellen bijdragen aan onthaasting.
Een oefening om te proeven hoe we
verrijkt zijn door vertellen, maar zeker ook door lezen in onze jeugd
en kindertijd:
aan welk sprookje denk jij als eerste
nu ik het woord 'sprookje' uitspreek?
Tip voor de coach: doe een rondje,
verzamel eerst kort ieders eerste inval. Benadruk dat ze het hele
verhaal echt niet hoeven te herinneren. De naam, en een enkel detail,
is al voldoende om met het sprookje te werken, door de volgende
vragen:
waarom zou dit sprookje als eerste bij
je opkomen? Wat kan het voor je betekend hebben, of misschien nog?
Opdracht: zoek het op en vertel het de
volgende keer, maar op een persoonlijke manier, dus voeg toe wat het
voor jou te zeggen had en (weer) te zeggen heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten