Een van de kleine conventies in
eigentijdse vertelbijeenkomsten is, dat de verteller die aan de beurt
is in 'de vertelstoel' gaat zitten. Dat is een goed ritueel. Het
geeft het verhaal – en het vertellen – de status die het
verdient.
Maak daar overigens geen moetje van. Er
zijn zat tradities die het anders doen: de aaneengesloten kring
waarbij de kleinste kinderen zelfs op de schoot van de vertelster
kruipen; of de verteller bij het kampvuur, die gaat staan om zijn
verhaal uit te beelden, te lopen als een leeuw bijvoorbeeld.
Maar binnenshuis en in kleine theaters
is de vertelstoel een goed anker. In de huiskamer helpt het voorkomen
dat het in plaats van verhalen vertellen toch weer onderling gebabbel
wordt; wat heel gezellig is maar dit keer niet de bedoeling.
De eerste keer kan 'de stoel' echter
juist een drempel betekenen. Je zit daar opeens alleen. De anderen
kijken verwachtingsvol naar je op. Het voelt dan alsof al die
aandacht jouw accu-van-binnen heftig oplaadt. Het wordt je haast
teveel, en je moet óntladen. Dat doe je dan door maar gauw te
beginnen. Je maakt een vliegende start, terwijl je feitelijk nog niet
de aandacht hebt. Hoe kun je die vliegende start voorkomen?
Het vraagt wat oefening om jezelf in
toom te houden. Probeer rustig te blijven ademen. Hoe huiselijk ook,
het gaat toch om een optreden en daar heb je aandacht voor nodig. Als
je rustig ademt worden je toehoorders ook rustig. Het begin van elk
optreden is best een teer punt.
Zelfs voor een clown: die kan met een
'clownssprong' letterlijk in de aandacht springen. Maar mensen
rekenen op verrassingen bij een clown. Bij vertellen begin je vanuit
stilte. Laat het even stil worden... niet te lang, dat wordt weer te
plechtig. Je moet hoe dan ook 'een beginnetje' maken, dan gaat het
verder vanzelf. Je moet niet duwen, niet forceren. Dat gebeurt
namelijk als je meteen gaat kletsen. Je verbreekt dan met je
gekwetter de stilte die je nou juist kunt gebruiken om aandacht te
krijgen.
Het lijkt zo vanzelfspekend. We zijn
gewend om dat kostbare moment van beginstilte excuserend op te
vullen. Angst voor 'stilvallen' kenmerkt onze omgangscultuur. Ook je
lichaamstaal verraadt die angst. Je zit een beetje afgewend, of slaat
de benen over elkaar, in plaats van goed te gaan zitten, met de
voeten naast elkaar, en zonder er mee te blijven schuifelen. Al die
afleidingsbewegingen doe je zelfs onder vrienden, buren of familie.
Juist als ze je goed kennen, is het eng om daar nu opeens in de
positie van verteller te zitten.
Uitzondering zijn de zeer extraverten
onder ons, die het geen moeite kost om als een clown in de aandacht
te springen, en dan ook nog voortdurend aan het woord te blijven.
Maar dat zijn heel vaak geen goede vertellers. Ze laten luisteraars
gewoon te weinig ruimte. Het 'muntje' valt alsmaar niet. Pauzeer af
en toe, terwijl je de aandacht vasthoudt. Kleine verwerkingspauzes
geven toehoorders die ruimte, waarbinnen het vertelde kan 'aankomen'.
Onthoud je ze dat, dat ontstaat er onderhuidse verveling.
Dan is er nog de angst voor
onderbreking, gevoed door de interview- en discussiestijl op
televisie, en verbonden met de genoemde stiltevrees. Vertellers
kunnen echter profiteren van een zekere conventie, dat zij aan het
woord zijn, en dat het verhaal het verdient om helemaal te worden
verteld.
Traditionele vertellers zijn wel vaak vertrouwd met commentaar en repliek, en weten dat speels te pareren en de draad weer op te pakken. Zeker bij vertellen voor kinderen is het goed daar wat behendig mee om te gaan. Vraag ze bijvoorbeeld of ze weten wat iets – een woord – betekent en ga dan resoluut weer verder.
Traditionele vertellers zijn wel vaak vertrouwd met commentaar en repliek, en weten dat speels te pareren en de draad weer op te pakken. Zeker bij vertellen voor kinderen is het goed daar wat behendig mee om te gaan. Vraag ze bijvoorbeeld of ze weten wat iets – een woord – betekent en ga dan resoluut weer verder.
Maar in de hier al genoemde vertelkring
is het van belang om af te spreken dat de verteller niet onderbroken
wordt, zoals je dat ook in een klein theater niet doet.
Kortom, verzamel moed en zet van meet
af aan de juiste sfeer. Als verteller begin je vanuit je eigen
innerlijke ruimte; daardoor maak je voelbaar contact. Beginnen vanuit
die stilte typeert je kracht als verteller. En goed in je stoel
zitten verbindt je met de aarde; dan kan er niks meer mis gaan.
Oefening: Beurtelings in de vertelstoel gaan zitten; twee minuten zo blijven zitten zonder te praten (de coach, of anders de gastheer of -vrouw, neemt de tijd op); probeer excuserend lachen en/of babbelen achterwege te laten; word kalm, laat het stil worden om je heen...
Nabespreking: wat staat er op je "black box" van binnen: hoe spannend was het? Zakte die spanning? Werd het comfortabel? Kon je contact blijven voelen of trok je je terug in je zelf?
De anderen: hoe was het om iemand zo in zijn eigen stilte te zien? Bleef er contact?
De ervaring leert dat na deze oefening de 'vliegende start' in een cursus of vertelkring overwonnen is.
Oefening: Beurtelings in de vertelstoel gaan zitten; twee minuten zo blijven zitten zonder te praten (de coach, of anders de gastheer of -vrouw, neemt de tijd op); probeer excuserend lachen en/of babbelen achterwege te laten; word kalm, laat het stil worden om je heen...
Nabespreking: wat staat er op je "black box" van binnen: hoe spannend was het? Zakte die spanning? Werd het comfortabel? Kon je contact blijven voelen of trok je je terug in je zelf?
De anderen: hoe was het om iemand zo in zijn eigen stilte te zien? Bleef er contact?
De ervaring leert dat na deze oefening de 'vliegende start' in een cursus of vertelkring overwonnen is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten